De tong als smaakorgaan

Elk menselijk lichaam kent vele en belangrijke organen. Ieder met een eigen rol in je leven.

Zo is je tong je smaakorgaan. Helaas is de functie van de menselijke tong op het gebied van smaak de laatste decennia uitgehold. Veel natuurlijke en intense smaken zijn afgevlakt en verworden tot één brei van smaken die nog slechts op detailniveau verschillen.

De oorzaak hiervan is simpel. De manier waarop wij voedingsstoffen verbouwen en produceren, heeft weinig natuurlijks meer in zich. Planten en dieren krijgen niet meer de kans natuurlijk te groeien of zich op basis van natuurwetten en natuurlijke invloeden te ontwikkelen. Er moet immers geproduceerd worden. En wel zo snel en efficiënt mogelijk. Daarom worden planten al tijdens hun groei bemest met kunstmest en behandeld met stoffen die de groei moeten bevorderen.

Dieren worden op een manier gevoed en gehuisvest, die er voor zorgt dat zo’n wezen zo snel mogelijk consumptie gereed is.

Gevolg is dat zowel planten als dieren te weinig natuurlijke stoffen binnen krijgen. Wij mensen krijgen dus ook weinig natuurlijke stoffen en smaken meer binnen. Ons smaakorgaan is als het ware voor een groot deel op non actief gezet.

Het feit dat mensen vaak ook weinig tijd nemen voor het voorbereiden en het consumeren van een maaltijd, draagt hier ook een negatief steentje aan bij. Daar waar eten ooit bedoeld was als het binnen krijgen van voedingsstoffen en deze laten integreren in je lichaam, is eten vandaag de dag vaak een noodzakelijke maar vervelende onderbreking van het productie- en prestatieproces waarin veel mensen terecht gekomen zijn. Voeding is fastfood geworden.

Hierbij zijn ook andere belangrijke functies van voeding binnen krijgen – eten dus – vervallen. Zo is het sociale en verbindende karakter van eten voor een groot deel verdwenen. Althans in de huiselijke sfeer. Bij uit eten gaan is dit zo nu en dan nog wel aanwezig. Als de tafelgenoten tenminste hun gsm thuisgelaten hebben….

Ook het moment van rust, stilte en bezinning dat een maaltijd gebruiken kan bieden, is zo goed als geschiedenis geworden.

De tong als spraakorgaan

Wat veel mensen zich niet realiseren is dat de lichaamsdelen die actief zijn als smaakorgaan, ook een rol hebben bij het spreken. Zij functioneren ook als spraakorgaan. Je tong is een belangrijk middel om te kunnen praten. En daarmee een deel van je spraakorgaan.

Ook de rol van je tong als spraakorgaan, is steeds minder belangrijk geworden. Er was ooit een tijd dat verhalen er voor zorgden dat informatie gedeeld werd. Verhalen hadden ooit een boodschap. Zoals ook woorden ooit niet alleen onderdeel van een zin waren, maar vaak ook een afzonderlijke boodschap in zich hadden. Verhalen zijn uit de tijd en vervangen door mail- en appverkeer. Door afkortingen en snellere vormen van communicatie.  Van de ene kant begrijpelijk gezien de ontwikkelingen in de wereld. Van andere kant intens jammer, omdat de spraak veel armer geworden is. Het vreemde is dat het aantal woorden en de snelheid van de uitwisseling van die woorden vele malen groter geworden is. Misschien is dat wel het onderliggende probleem. De hoeveelheid en snelheid maakt het niet mogelijk woorden te laten bezinken en de stilte en diepgang die oorspronkelijk aan woorden verbonden was te doorvoelen. Voor je het weet zijn er immers weer talloze woorden voorbij geraasd.

Ik zie een vergelijking met het armer en leger worden van de fysieke voeding die een mens binnenkrijgt. Uit fysieke voeding zijn voor een groot deel de natuurlijke en broodnodige voedingsstoffen verdwenen. Zo is uit woorden ook de natuurlijke en intense – zeg maar ziels- betekenis verdwenen. Het gaat niet langer om kwaliteit. Niet bij fysieke voeding en niet bij woorden.

Jammer. Ons smaakorgaan kan zoveel meer dan waar het vandaag de dag toe uitgedaagd wordt. En dat geldt ook voor het spraakorgaan. Zowel bij smaak als bij spraak gaat het inmiddels om kwantiteit. En dat gaat ten koste van de kwaliteit. En dat hoeft niet.

Smaak en spraak bewuster beleven

Start met bewuster in het leven te gaan staan. Die bewustwording ontstaat automatisch als je je verdiept in de uitgangspunten van het systemisch werken.  Vraag je daarnaast voortdurend af wat je eet en wat je zegt. Zo ontstaat een goede eerste stap naar een betere balans tussen kwantiteit en kwaliteit.

Niet zomaar van alles in je mond stoppen of er uit laten ontsnappen. Vraag je af of dat wat je eet nog voldoende voedingsstoffen voor je bevat. Ga na of de woorden die je spreekt, uitnodigen tot stilte en diepgang. Geven jouw woorden uiting aan de kwantiteit van de woordenschat waarover je beschikt? Of gaat het om een beperkt aantal betekenisvolle woorden? Die bedoeld zijn een boodschap over te dragen?

Als je het eerste doet, zul je versteld staan van de positieve reacties van je lichaam en de toename van je welzijn. In het tweede geval ga je een intenser contact met je omgeving krijgen. Er ontstaat verbinding of deze verdiept zich. En beide maken je – wellicht pas na een gewenningsperiode – een blijer en tevredener mens.

Het proberen waard, lijkt mij.

Tot slot

Een leuke jongedame die mij erg na staat, heeft een tatoeage. Zij draagt op haar arm de tekst: Less is more. Om stil van te worden.