Anders kijken naar conflicten

In een eerdere inspiratie namen we je al mee in onze systemische kijk op conflicten. Daarin stelden wij dat de oorzaak van een conflict altijd te vinden is in een verstoring van één van de systemische uitgangspunten. In dit stuk gaan wij hier verder op in.

Vaak zie je in een conflict een aantal fasen. In de reguliere kijk op conflicten worden over het algemeen 4 fasen onderscheiden. Eerst is een conflict latent, zeg maar onderhuids aanwezig. Het meningsverschil is er al, maar wordt nog niet herkend en als dat wel het geval is, wordt het niet besproken. Vanuit systemisch oogpunt is dat redelijk rampzalig. En wel omdat één van de uitgangspunten van het systemisch werken is dat alles en iedereen een plek moet hebben. Ook een conflict dus. Als een conflict niet bespreekbaar is, krijgt het geen plek. En alles wat geen plek krijgt, wringt net zo lang tot die plek er wel komt. Met alle ellende van dien.

Daarna worden door de conflictpartners standpunten ingenomen. Deze standpunten verharden en de betrokkenen zijn steeds minder bereid hun standpunten ter discussie te stellen. De volgende stap is dat er écht onenigheid ontstaat. En dan zit een conflict vast. Er is geen communicatie meer. Niet alleen rondom het conflict, maar over het algemeen ook niet meer over andere zaken.

Als je anders, dus door een systemische bril naar een conflict kijkt, zie je het volgende gebeuren.

Behoeften

Onder elk conflict schuilen behoeften. Behoeften van de mensen die eerst geen conflict hadden. Helaas zijn mensen zich vaak niet bewust van de behoeften die ze hebben. Wel op het materiële vlak. Maar elk mens heeft veel meer en veel belangrijkere behoeften. Zo gaat het bijvoorbeeld om aandacht, gezien worden, serieus genomen worden en gewaardeerd worden. Gewoon er mogen zijn. Deze zielsbehoeften worden in onze maatschappij vaak verwaarloosd. Er is nog al eens geen erkenning en waardering van de ander. Zeker niet als die ander rondom materie iets wil, wat jij niet wilt. Gevolg is dat mensen die geen aandacht krijgen of denken dat niet te krijgen, onbewust gedrag gaan vertonen dat aandacht krijgt. En afwijkend gedrag krijgt aandacht. Het zou dus zomaar kunnen zijn dat iemand die op het materiële vlak iets anders wil dan jij, onbewust helemaal niet bezig is met dat anders willen, maar bezig is aandacht te krijgen. En dan blijft een conflict bestaan.

Een mooie aanpak zou dus zijn eens te vragen naar de behoeften van de ander. En dan niet op het materiële vlak. Die behoefte ken je al. Daar heb je namelijk het conflict over.

Wensen

Veelal is het doel van menselijke behoeften deze te vervullen. Als je er achter bent welke behoeften bij de ander onbewust een rol spelen bij een conflict, ben je er nog niet. Want onder een behoefte gaat een wens schuil. Met de wens bedoelen we de manier waarop een behoefte vervuld kan worden. Een simpel voorbeeld. Stel dat iemand het gevoel heeft geen aandacht te krijgen, dan is het niet moeilijk je voor te stellen dat het wel krijgen van aandacht de behoefte is. Maar hoe dan? Dat kun je niet raden. Maar je kunt er wel naar vragen. “…ik heb het idee dat jij vindt dat ik je te weinig aandacht geef. Klopt dat?” Dat laatste stukje ‘klopt dat?’ is erg belangrijk. Dit omdat de enige die weet waar het om gaat, de ander is. Niet jij!

Als je de moed hebt op deze manier een vraag te stellen, geef je om te beginnen de ander al aandacht. Simpel. Regelmatig zal dan het gesprek al veranderen en de ander antwoord mogelijk iets in de geest van “…ik wil graag dat jij mij uit laat praten voordat je reageert.”

Want lezers, dat is ook een dingetje. Luisteren. Maar daar gaan wij in een volgende inspiratie dieper op in.

Conflicthantering

Rangorde

Van oorsprong is de mens een kuddedier. In elke kudde speelt het fenomeen rangorde. Dan gaat het niet om wie het belangrijkste is, maar om wie welke rol heeft. Elke rol is even belangrijk. De ene keer gaat het om veiligheid en dan is de sterkste ‘hoogste in rangorde’. Een andere keer gaat het om zorg verlenen en dan is degene die daar het beste in is, de hoogste in rangorde. En dat is vaak niet hetzelfde kuddelid. Helaas is rangorde in onze maatschappij uitgegroeid tot hiërarchie. En dan gaat het wél om wie het belangrijkste is. Bij paarden heeft de dominante hengst een zeer belangrijke rol als het om veiligheid en bescherming van de kudde gaat. Als het om verse grasweides en water gaat, weet de leidende merrie daar weer veel meer van. De ene keer – rondom veiligheid van de kudde – is die hengst hoogste in rangorde. Een andere keer, de merrie. Paarden hebben van deze wisselende rangorde geen enkele last. Mensen wel. Die willen altijd hoogste in rangorde zijn. En dat kan dus niet. Geen enkel mens is altijd de hoogste in rangorde.

Terug naar een conflict. Als beide conflictpartners hoogste in rangorde willen zijn én blijven, dan voel je hem al aankomen. Dat kan niet. Rondom rangorde is er maar één weg die tot een oplossing leidt. Een dat is de rangorde bespreken. Waar hebben we het over? Meestal ontstaat de volgende situatie. Partij A zegt dat zijn mening hoogste in rangorde staat. Partij B doet hetzelfde. En dat mag. A mag zijn mening hoger inschatten dan die van B en andersom. Het gaat fout als A eist dat B zijn rangorde overneemt. B doet hetzelfde en het conflict zit muurvast. Elkaars rangorde respecteren is de enige uitweg.

En als de meningen dan erg ver uit elkaar liggen, kun je je de vraag stellen waarom je nog contact met die ander hebt. Want uit systemisch oogpunt kun je uit elk systeem stappen.

Communicatie

De communicatie rondom een conflict speelt ook een grote rol. Zolang er geen conflict is, is er over het algemeen sprake van verbindende communicatie. De communicatie zorgt ervoor dat gesprekspartners in contact blijven. Zodra een latent conflict langzaam boven water komt, verandert de manier waarop gecommuniceerd wordt. De verbinding tussen de conflictpartners neemt af. Daarbij komt dat vaak anderen (die in eerste instantie niet bij het conflict betrokken waren) bij het conflict betrokken worden. Beide partijen gaan steun en bevestiging van hun standpunt zoeken. Dat geeft gedoe. Langzaam maar zeker wordt niet meer mét elkaar, maar over elkaar gepraat. Het ging om strijdige standpunten. Deze moesten verdedigd worden. De volgende stap is dat er een strijd ontstaat, die gewonnen moet worden. Alleen de eigen standpunten verdedigen is niet meer voldoende. Het standpunt van de ander moet aangevallen worden. Tot dan gaat het nog wel om zelf ‘winnen’. De volgende fase is rampzalig. Dan ontstaat een oorlog. Een oorlog die in ieder geval het resultaat moet hebben dat de ander niet wint. Het gaat allang niet meer alleen om standpunten. Alle energie wordt gericht op die ander. Die ander moet verliezen. Moet vernietigd worden.

Een conflict dat in deze fase zit, kan bijna alleen door tussenkomst van derden die daartoe bevoegd zijn (rechters etc.) beslecht worden. En het woord zegt het al: beSLECHT.

En dan wint er niemand. Misschien wel in de materiële laag, maar in alles wat daar omheen zit, zijn er alleen maar verliezers te vinden. Ook de materiële winnaar. Daarbij komt dat winst in de materiële laag altijd winst op korte termijn is. En het bijbehorende overwinnaarsgevoel verdwijnt snel.

Als je op deze manier naar conflicten in zijn algemeenheid wilt kijken of als je een conflict dat al gaande is systemisch wilt ontleden, dan kan dat. De Roestenburgh biedt daarvoor de ééndaagse workshop Conflicthantering aan.